Getuigenis van een evangelisch predikant

Door Wout van Wijngaarden

Voordat ik in dit artikel uiteenzet welke invloed Dr. Martyn Lloyd-Jones heeft in mijn leven, zal ik eerst wat autobiografische gegevens geven. Ik ben sinds 1980 evangelisch predikant in de evangelische gemeente "Paulus" te Genk in België. Ik ben geboren in Hardinxveld-Giessendam, Nederland, en opgegroeid in de Ned. Hervormde Kerk aldaar. In de Nederlands Herv. Kerk heb ik veel geleerd. Ik heb er liefde voor de Bijbel gekregen en ben ook altijd veel met de Bijbel bezig geweest.

Depressie

Toen ik eenmaal 18 jaar was, ben ik toch in een ernstige depressie terecht gekomen, wat met veel noden gepaard ging. Deels was dit te verklaren uit het gezin waaruit ik kom, deels toch ook door de wijze waarop in onze kringen het Evangelie beleefd werd. Met name had dat te maken met mijn strijd rond de leer van de uitverkiezing, waardoor ik toch wel in diepe nood geraakte. Die periode heeft ongeveer 7 jaar geduurd. Het was een heel moeilijke tijd, waarin ik erg met faalangst te kampen had. Het was in die periode dat ik in aanraking kwam met de boeken van Martyn Lloyd-Jones. Die depressie is ook gebleven nadat ik een persoonlijke relatie met God kreeg. Dat gebeurde toen ik 18 jaar oud was. Toen kwam ik in aanraking met het meer evangelisch beleven van de Bijbel en tijdens mijn wedergeboorte kreeg ik ook mijn roeping. Een roeping om het  evangelie te prediken en voor het evangelie te werken in België. Het heeft na mijn roeping een jaar of 7 à 8 geduurd voordat dat daadwerkelijk in vervulling ging, en op mijn 25e jaar ben ik naar het Bijbelinstituut gegaan in Heverlee, in België. Eerst had ik mijn werk opgezegd. Ik werkte toen bij een scheepswerf. Ik heb in die periode dat ik het erg moeilijk had ook technische studies gedaan op de Hogere Technische School in Rotterdam. Dat betekende 7 jaar avondschool. Ik heb dat mogen volbrengen, maar ik heb mezelf er doorheen moeten sleuren. Wonderlijk genoeg lukte dat deels, juist door de faalangst die ik in mijn leven ervoer.

Getroffen door Lloyd-Jones: Psalm 73


In die periode van zoeken naar vrede in mijn hart, vrede met God, kwam ik in aanraking met Lloyd-Jones. Het eerste boek dat ik van hem in handen kreeg, was zijn boek over Psalm 73, Faith on Trial (Geloofsbeproeving). Daarna las ik het boek Spiritual Depression; its Causes and Cure (Oorzaken en genezing van geestelijke depressiviteit) en inmiddels bezit ik zo ongeveer alle boeken van hem. Zeer veel daarvan heb ik gelezen. En nog steeds groeit mijn bibliotheek aan, omdat ik er een vreugde in heb gevonden om alle boeken die van Lloyd-Jones uitkomen, ook in mijn bezit te hebben. Ik was met name erg blij met de serie boeken over de eerste Johannesbrief, die niet zo lang geleden is verschenen.

Wat heeft mij vooral diep getroffen bij het lezen van de boeken van Lloyd-Jones? Wanneer ik dat in dit artikel onder woorden breng, doe ik dat met een intens verlangen dat anderen daarmee hun voordeel zullen doen. Het lezen van zijn boeken heeft mijn leven gebouwd en in feite totaal veranderd. Het eerste dat mij trof toen ik het boek over Psalm 73 las, was dat daarin wordt gezegd dat God goed is voor hen die rein van hart zijn. En ik ontdekte dat mijn hart naar God uitging, maar dat er in mijn hart, in mijn zieleleven heel veel wonden, noden en gedachten waren die mijn hele concept van God bepaalden. En door het lezen van dat boek ontdekte ik dat ik, zonder dat ik me dat bewust was, een concept, een begrip van God had dat niet gebaseerd was op de openbaring van God, maar op mijn gevoelsleven. Mijn idee van wie God is, was zo sterk op mijn gevoelsleven gestoeld dat ik in feite hoorde wat mijn zieleleven, mijn hart mij ingaf om te horen. En ik zag als het ware wat mijn zieleleven mij ingaf om te zien.

En juist dat schildert Lloyd-Jones op magistrale wijze in zijn boek over Psalm 73. Hij leerde mij op heel treffende wijze af te zien van mezelf en God centraal te plaatsen in mijn leven. Ik kan me zo thuisvoelen bij zijn uitleg van Psalm 73 waar de psalmist op een gegeven moment zegt:

Ik tobde erover om dit te begrijpen,
Een kwelling was het in mijn ogen.


Ik ontdekte dat mijn denken bijna totaal bepaald werd door mijn gevoelsleven, door mijn moeite en mijn zuchten, en dat er zo geen nieuwe, geen frisse openbaring van God in mijn leven kwam. Heel consequent stelt Lloyd-Jones in zijn bijbeluitleg op zo treffende wijze telkens weer God centraal. Het gevolg was dat er in mijn denken een geweldige hoop, een nieuwheid kwam. Ik ging de vrucht van de wedergeboorte ervaren, namelijk de vernieuwing, de verjonging van mijn denken. Er kwam hoop en kracht in mijn denken en mijn leven.

Het was voor mij heel bijzonder te ontdekken dat Martyn Lloyd-Jones in zijn boeken zo heel zuiver verwoordt wat de Bijbel leert over het menselijk hart. Dat er vanuit de mens gezien in feite geen hoop is. Mijn faalangst kwam juist voort uit het feit dat ik op mezelf zag en dat ik in mijzelf teleurgesteld was. En toen ik de klaarheid van zijn uitleg ging begrijpen, ontdekte ik dat God de Schepper was, dat God verrassend was, dat God niet door mij gecreëerd is, maar dat ik door God gecreëerd ben. Dus God kwam centraal te staan. En dan die verrassende woorden die Lloyd-Jones eruit pikt: "Nochtans, God ...", "Maar God ...", "God echter ..." . Dat veranderde mijn leven. God echter!! Ondanks alles is daar: God!! Ik ontdekte dat Gods Woord geen filosofie is, maar een proclamatie. Het begon me duidelijk te worden dat ik mijn beeld van God niet moest baseren op mijn gevoelsleven. Ik ontdekte dat ik zelfs niet kritiekloos moest overnemen wat mij door de jaren heen was geleerd, hoewel daar heel veel goeds in was, maar dat ik mijn beeld van God moest bepalen vanuit Gods Woord. En zo werd de Bijbel een proclamatie, een bron van gezag. En ik vatte moed om Gods Woord hoger te achten dan mijn zieleleven. En zo kwam ik bij het lezen van het eerste hoofdstuk van het boek Spiritual Depression tot die indrukwekkende ontdekking dat David daar uitroept in Psalm 42:

Wat buigt gij u neder, o mijn ziel,
en zijt gij onrustig in mij?
Hoop op God, want ik zal Hem nog loven,
mijn Verlosser en mijn God!


Zo deed ik de wonderbaarlijke ontdekking dat ik mijn eigen ziel kon toespreken; de geestelijke vernieuwing, bewerkt door de Heilige Geest, bleek een hoger gezag dan mijn gevoelsleven. Tot mijn grote verbazing - en wat een zegen bleek dat te zijn! - veranderde mijn gevoelsleven. Ik werd iemand die over zijn leven mocht gaan 'heersen'. Ik mocht weer gezag krijgen over mijn gevoelsleven. Ik kon het nu gaan vermanen. Ik kon het gaan analyseren. Ik kon het nu tot de orde roepen en het toespreken: "Hoop op God!"

Hoofdstuk 3 in het boek Geloofsbeproeving over Psalm 73, waarin Lloyd-Jones spreekt over het 'geestelijke denken' ('spiritual thinking'), was voor mij een openbaring. Geestelijk denken, dat is denken met de ogen en de oren open, zien hoe de wereld eruit ziet. De noden, de ongelukken, de oorlogen, de rampen, de honger en de diepe, diepe noden in de harten van de mensen. Maar het geestelijke denken, dat die nood heel duidelijk onderkent, ziet daar als het ware bovenuit, ziet meer, namelijk de openbaring van God. De hele nood rondom Israël, die in de ogen van de wereld uitzichtloos is, komt in een totaal nieuw en hoopvol perspectief wanneer je het gaat zien vanuit de openbaring van God. Want God openbaart, toont dat wat nog niet zichtbaar is. Daar is God, Die een plan heeft, en Hij maakt het zichtbaar, manifest. Zo leerde ik in mijn leven te staan, 'lettend op het einde', zoals dat ook in het boek Geloofsbeproeving op zo'n bijzondere wijze door Martyn Lloyd-Jones wordt uitgelegd.

Psalm 73 is voor mij een basis, een fundament geworden. Lettend op het einde, niet op de strijd. In Psalm 37, een psalm die qua gedachtengang heel erg lijkt op Psalm 73, staat het volgende:

Beter is het weinige van de rechtvaardige,
Dan de rijkdom van vele goddelozen.


Waarom is dat zo?

Want de armen der goddelozen worden verbroken,
maar de Here schraagt de rechtvaardigen.


En daar zie je het geestelijk denken. We zien de nood, we zien de realiteit van het leven, we zijn mensen die mogen proberen alles in het juiste perspectief te zien, iets waarin we door onze menselijke zwakheid nooit voor de volle honderd procent slagen. Maar wij mogen méér dan dit alles zien, namelijk de openbaring van God in zijn Woord en door zijn Geest. En dan wordt de Bijbel een bron van vernieuwing van ons denken, ons hele mens zijn. Geen filosofie, geen gedachten die uit het menselijk hart zijn voortgekomen, maar gedachten uit God. En dat is een heel grote zegen.

Een grondig prediker

Het tweede wat mij enorm heeft getroffen in de boeken van Lloyd-Jones is zijn grondigheid. Uiteraard is hij een zeer begenadigd mens; iemand met veel gaven en talenten. Een onvoorstelbare kennis had deze man. Kennis van de Schriften, maar ook kennis van de geschiedenis, zowel de wereldgeschiedenis als de kerkgeschiedenis. Door dit alles kom je in zijn boeken een onvoorstelbare rijkdom aan gedachten tegen. Maar een heel opvallend kenmerk van hem is wel dat hij niets aan het toeval overlaat. Hij is een hele duidelijke leraar. Het is geen systematische theologie, maar dat beoogt Lloyd-Jones ook niet. Hij is een prediker. Hij is een man die in het vuur van zijn woord geleid wordt, maar hij is 'uitputtend' in die zin dat hij de zaken van alle kanten belicht. En daarin is hij ook mild ten opzichte van de mensen die niet met hem meegaan in zijn uitleg. Hij toont begrip en hij geeft zulke diepgaande argumentatie, de opbouw van zijn argumenten is zó sterk, dat er bijna niets tegenin valt te brengen. En wat in dit alles bijzonder opvalt, is dat hij niets aan het toeval overlaat. Wanneer hij een bijbelgedeelte bespreekt, gaat hij altijd diep in op de termen die voor ons zo vertrouwd zijn geworden, clichés vaak, waarover niet eens meer bewust wordt nagedacht. Neem bijvoorbeeld het begrip 'Zaligmaker'. Een woord dat duizend maal valt. Lloyd-Jones zal in zijn prediking zo'n woord niet hanteren zonder uit te leggen wat het inhoudt. En het hele bijzondere van zijn werkwijze is dat hij altijd eerst gaat omschrijven wat het niet is, maar wat er wel vlak tegenaan ligt, of wat heel populair is, wat men er in zijn algemeenheid over denkt, maar wat juist daarom er zover ervan af staat, omdat het net niet de kern raakt. Hij leidt je als het ware, door eerst negatief van je af te nemen wat het niet is, naar een zeer duidelijk concept van wat het wel is. Dat doet hij met alle woorden en alle begrippen. En zo leidt hij ons telkens naar die diepe bron: de Christus, en leert hij ons te roemen in het kruis en in niets anders meer. En zo wordt de glorie van het kruis op heel schitterende wijze openbaar.

Toen ik 15 jaar geleden begon met mijn bediening als predikant en eigenlijk nog maar net uit die depressie was gekomen, was ik nog heel zwak en mijn gevoelsleven was heel teer. En toen ik in de gemeente begon te werken, had ik een diep verlangen om God te dienen, maar na verloop van tijd bleek de druk van mensen die van mij eisten dat ik hun terwille was, te zwaar voor mij. En na een jaar kwam ik zo in een heel moeilijke situatie. Zó zelfs, dat ik tot de conclusie kwam dat mijn roeping wel eens een vergissing zou kunnen zijn. In die worsteling om vrede en rust in mijn werk kwam ik in aanraking met de boeken van Lloyd-Jones over de Romeinenbrief. Het eerste boek van Lloyd-Jones over de Romeinenbrief dat is uitgegeven, handelt over Romeinen hoofdstuk 3. Dit gedeelte bevat de kern van Romeinen: 'verlossing niet uit werken, maar uit genade'.

Dat boek en die studie over de Romeinenbrief - ik heb dat toen heel grondig gedaan; elk boek heb ik toen doorgenomen en veel aantekeningen gemaakt - dat alles heeft mij op onvoorstelbare wijze op een rots geplaatst. Door de analyse van de Romeinenbrief is er een diepe rust in mijn hart gekomen, een vertrouwen in God, en vooral ook een diep begrip in het leven met mijzelf. En de sleutel daarvan ligt in Romeinen 6. Lloyd-Jones zegt zelf dat hij niet aan de Romeinenbrief dorst te beginnen, voordat hij dat hoofdstuk zou begrijpen. En voor mij is met name de uitleg van Lloyd-Jones over Romeinen 6:6 een beslissend keerpunt in mijn leven geweest. Lloyd-Jones maakt in zijn uitleg namelijk onderscheid tussen de oude mens die medegekruisigd is en het lichaam der zonde, wat zijn kracht is ontnomen. En dat gaf mij zo'n diep inzicht in mijn eigen leven. Vóór die tijd had ik altijd een stukje strijd, angst bij me dat wanneer ik gezondigd had, die oude mens niet gekruisigd bleek te zijn. Maar doordat Lloyd-Jones mij duidelijk maakte dat de oude mens de mens in Adam was, en dat die oude mens medegekruisigd is, morsdood is, waardoor er geen veroordeling meer is voor diegenen die in Christus Jezus zijn, ontdekte ik dat nu de zonde niet meer een 'must' is in het leven, maar nog wel volop mogelijkheid is, en dat we de zonde niet als koning moeten laten heersen in ons sterfelijk lichaam. En zo ben ik gaan begrijpen hoe ik met mijzelf om moest gaan, met mijn zintuigen, mijn ogen en mijn oren. Ik ging begrijpen hoe Job een verbond sloot met zijn ogen. En ik ontdekte dat ook Bunyan dit deed en verwoordde in zijn boek De heilige oorlog waarin hij spreekt over de ziel als over een burcht met vijf poorten, die door de vijand belaagd worden. En zo is ons leven tot rust gekomen, nu we weten hoe we ook de weg van heiliging moeten gaan. En dat allemaal door de kracht van de Heilige Geest.

God centraal


Martyn Lloyd-Jones heeft niet alleen mijn geestelijk leven diep beïnvloed, maar ook de wijze waarop ik Gods Woord in de prediking ervaar. Ik moet heel veel spreken en ik heb geleerd om in grote eerbied en ootmoed achter de Bijbel te gaan staan en ook dat facet van proclameren te laten doordringen in de prediking, in datgene wat ik door Gods genade nu mag doorgeven. Het zijn niet mijn woorden; het is Gods Woord. Met als grote restrictie daarbij de wetenschap dat mensen falen en dus ook de uitleg van Gods Woord falen kan, zwak kan zijn. We zijn in staat slechts een gedeelte van Gods licht, Gods openbaring te bevatten. Toch staan we achter de Bijbel en proclameren we en zeggen we vanaf de kansels dat God de mensen van harte lief heeft, graag wil vergeven, maar dat God ook een heilig God is.

En zo is de hele bediening diep beïnvloed door niet meer de mens centraal te stellen, maar God centraal te houden. God, Die geneest; God, Die vernieuwt; God, Die zegent en God, Die aanwijst wat er verkeerd is. En dat is dan ook de blik waardoor je kijkt naar hoe we in de evangelische wereld bezig zijn. Wij zijn bezig met - en deels terecht - de mens toch weer centraal te stellen. En bij God gaat het ook om de mens: "Alzo lief heeft God de wereld gehad ...", en dan gaat het om de mens. God heeft de mens lief. We kunnen zelfs stellen dat God in zekere mate de mens centraal heeft gesteld in de scheppingsorde en in het hele verlossingsplan. Maar toch zien we in de evangelische wereld zoveel boeken verschijnen waarin de balans in zekere zin zoek is. Dat blijkt heel duidelijk uit de keuze van de onderwerpen: "Hoe kom ik van mijn depressie af", "Hoe kan ik mezelf ontplooien", "Zelfaanvaarding". Het is allemaal 'zelf, zelf, zelf'. Ik heb ontdekt dat in dat zoeken naar het zelfbeeld, naar de eigenwaarde, we eigenlijk één belangrijk woord van de Here Jezus vergeten, en dat is "zelfverloochening". En zelfverloochening heeft alles te maken - dat besef ik ook heel diep - met eigenwaarde. En ik weet ook dat onze maatschappij een enorme behoefte heeft aan eigenwaarde. We leven in een diepe gebrokenheid. De kanttekeningen die ik hier plaats bij bepaalde fenomenen in de evangelische wereld zijn dus zeker niet negatief en kwetsend bedoeld naar degenen die op deze terreinen, vaak in pastoraat, bezig zijn. Hun accent is namelijk vaak wel degelijk een goed accent. En toch is de terminologie voor mij verwarrend. Ik heb zelf juist moeten leren om van mezelf af te zien. Ik heb moeten leren om mezelf te verloochenen, ook in mijn depressies, mijn gedachten, mijn zieleleven. Ik heb moeten leren inzien dat mijn ziel vaak liegt, dat mijn ogen met bevooroordeelde blik zaken registreren. Ik heb moeten leren dat ik rein van hart moet worden, puur, gericht op God. Ik heb moeten leren dat wij Hem centraal moeten stellen, want alleen Hij kan ons ware identiteit geven. Want ook nu loop ik voortdurend met dat gevoel van "Ik ben te klein", "Ik red het niet", "Ik kan niet bestaan voor God". Maar dan zijn daar die woorden: "Maar God ...!", "But God" in Psalm 73. Dat is belangrijk, dat is de sleutel, dat maakt het hele verschil uit, deze twee woorden: "Maar God!" Wat ik ook ervaar, welke worsteling er ook zijn mag, wat er ook gebeurt, daar is God en Hij is de rots van mijn bestaan. "Maar God"!! Het is met name dit heilzame centraal stellen van God wat mij enorm getroffen heeft in de uitleg van de Bijbel bij Dr. Martyn Lloyd-Jones.


© 1995 George Whitefield Stichting.