lezing GWS-studiedag 26 november 2005
 
Door ds. Michael Gorsira
 
Rick WarrenMijn lezing draagt de titel ‘Rick Warren en ‘Doelgericht Leven': een toetsing'. Laat ik eerst verduidelijken wat ik hoop te doen in mijn voordracht. Hier en daar werden de wenkbrauwen gefronst toen het onderwerp van deze lezing in de publiciteit werd gebracht. Soms was er ook verontwaardiging. Wat beoogde de George Whitefield Stichting ? Was ze van zins schade toe te brengen aan het werk van de Heer in ons land ? Is het vanwege de nood van onze tijd niet van het grootste belang dat we ophouden elkaar de maat te nemen en elkaar te bekritiseren ? Moeten we niet veeleer schouder aan schouder willen staan, voorbijzien aan onze verschillen, elkaar Gods zegen toe bidden en, vooral, zoveel mogelijk samenwerken ? Ja, er was zorg toen de informatie over deze studiedag uitkwam. Zorg dat met dit onderwerp meer schade zou worden toegebracht dan goed gedaan. Laten we dit serieus nemen.  Langzamerhand komt er een discussie op gang in het Nederlands taalgebied over Rick Warren, zijn model van ‘Doelgerichte Gemeente' en het boek ‘Doelgericht Leven'. Die discussie wordt al langere tijd en op veel grotere schaal in de V.S. gevoerd. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat niet alle evaluaties, die verschijnen, nuttig en eerlijk zijn. Soms wordt geen recht gedaan aan de intenties van Rick Warren. Soms worden zijn uitspraken zeer achterdochtig en totaal afwijzend beoordeeld. In dergelijke gevallen lijkt mij de hiervoor genoemde bezorgdheid terecht. 
 
Het is niet liefdevol om degene met wie je diepgaand van mening verschilt meteen ook maar  te betichten van boze opzet. Hoe eerlijk ben je bezig als je complottheorieën de wereld instuurt over waar Rick Warren allemaal op uit zou zijn? Zo is hij al beschuldigd van het kweken van een valse oecumene, een wereldkerk onder New Age invloed, een kolfje naar de hand van komende antichrist. Dit doet wat mij betreft onrecht aan Rick Warren. We moeten ons niet laten verleiden tot de grootst mogelijke achterdocht, tot het speuren naar allerlei complotten. Laten we aandachtig luisteren naar wat Rick Warren zelf in zijn boeken schrijft en laten we dát trachten te beoordelen.
 
Ja, want we hoeven in dit geval niet het kind met het badwater weg te gooien. Hoewel er inderdaad oneerlijke en ongenuanceerde kritieken verschijnen, betekent dat niet dat de gemeente van de Here Jezus Christus niet zou mogen toetsen wat zich aandient. Het is toch overduidelijk een bijbelse opdracht om dat nu juist wél te doen. Een passage uit vele die we in dit verband kunnen noemen is 1Tess. 5:19-20. In twee korte kernachtige zinnen treft de apostel Paulus, met vier werkwoorden in de gebiedende wijs, een prachtige balans.  ‘Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar toetst alles en behoudt het goede'. De opdracht voor Christus' gemeente is niet om bij voorbaat alles wat anders is dan het oude vertrouwde buiten de deur te houden of categorisch af te wijzen. De kerk dient ervoor open te staan dat Gods Geest nieuwe sporen trekt in de tijd, dat nieuwe wijn komt in nieuwe zakken. Wellicht betreuren we het dat het niet bij ons begint. Dat zij dan maar zo. Laten we de nederigheid opbrengen om te willen leren van elkaar, gezegend te worden door de bijdrage van anderen, ook wanneer die komt uit onverwachte hoek.  Maar aan de andere zijde van de apostolische balans staat de opdracht om niet bij voorbaat alles voor zoete koek te slikken, maar om alles te toetsen aan Gods Woord, het onderwijs van de apostelen, het Evangelie van de gekruisigde en opgestane Heer. Hoe duidelijk zijn de woorden van de apostel Paulus - maar hoe moeilijk vinden wij de balans - zo gemakkelijk gaan wij aan één van beide zijden mank!
 
Sommigen moeten zich misschien de vraag stellen of de achterdocht, de afwijzing bij voorbaat, niet te dominant aanwezig is. Hebben we niet in een hoogmoedige houding iets van de hand gewezen waar we ons voordeel mee hadden kunnen doen? Is ons motief wel bijbelgetrouwheid? Of worden we eerder gedreven door angst voor het onbekende, door luiheid en gemakzucht, die ons krampachtig doen vasthouden aan de status quo?
 
Echter, anderen moeten zich misschien wel een andere vraag stellen: waar is de zorgvuldige beoordeling, de positief-kritische toets? Vanuit een oprecht verlangen - ik twijfel daar niet aan - om bezig te zijn met de opdracht van onze Heer: mensen in deze tijd te bereiken met het Evangelie en een gemeente te zijn die effectief functioneert, tot zegen van de leden, tot zegen van de wereld - vanuit dat oprechte verlangen kunnen we doorslaan naar de kant van haast, opportunisme. We grijpen naar methodieken die lijken te werken in onze westerse cultuur. Wat zich aandient als zeer succesvol willen we zo gauw mogelijk overnemen. We willen niet graag de boot missen. Ik moet zeggen, een zekere hype-gevoeligheid is ons evangelische christenen niet vreemd meer. Zeker als een methode indrukwekkende resultaten lijkt op te leveren en op een aanstekelijke manier gepresenteerd wordt.
 
Laten we echter proberen de balans vast te houden. We willen het goede behouden, het voortgaande werk van Gods Geest in deze tijd niet doven, niet de bediening van anderen verachten. Maar tegelijkertijd zegt Paulus: ‘toetst álles'.
 
doelgerichte gemeenteDat het model van Rick Warren werkt valt niet te ontkennen. Dat er wereldwijd grote invloed van Doelgerichte Gemeente en Doelgericht Leven uitgaat is ontegenzeggelijk waar. Maar dat ontslaat ons nog steeds niet van de bijbelse opdracht om te toetsen wat zich aandient....
 
We hebben het goede voorbeeld na te volgen van de synagoge in Berea. Tenminste, Lucas, schrijver van Handelingen, zwaait hen de lof toe (Hand. 17:11).  Als God de Heilige Geest  door Lucas laat opschrijven dat deze mensen zich gunstig onderscheidden, doordat ze de verkondiging van Paulus en Silas toetsten aan de Wet en de Profeten, hoeveel te meer doen wij er dan goed aan om het onderwijs van broeder Rick Warren te beoordelen aan de hand van Gods Woord en na te gaan ‘of het inderdaad waar is wat er gezegd wordt' (NBV).
 
Er is vandaag toch geen enkele leraar, profeet, evangelist verheven boven de beoordeling aan de hand van Gods Woord?  Pragmatisch - en geheel in overeenstemming met onze moderne cultuur - zou het zijn om succes als maatstaf te nemen voor de waarheid. Hoe vaak legt de waarheid het niet af tegen resultaat en is de vraag ‘of het werkt' uiteindelijk toch doorslaggevend? Het model van Rick Warren ‘werkt'. Maar dát is toch niet de maatstaf voor waarheid?  We zullen zijn model moeten beoordelen aan de hand van Gods Woord. We dienen de Schriften na te gaan om te zien of de dingen werkelijk zijn wat ze lijken te zijn.
 
Het is zinvol, denk ik, om in het kort de hoofdzaak van het boek Doelgericht Leven te verwoorden. Het boek is verdeeld in veertig hoofdstukken. De opzet is om in veertig achtereenvolgende dagen elke dag één hoofdstuk te lezen en te verwerken aan de hand van vragen. Op deze manier wordt het een 40 - daagse ‘geestelijke' reis die als doel heeft antwoord te vinden op de vraag: ‘Waarvoor leef ik eigenlijk hier op aarde? (de ondertitel van het boek).  De meest bruikbare samenvatting van het boek vinden we in hoofdstuk 39: "Uw leven in evenwicht brengen" (pag. 314-315). Uitgaande van het Grote Gebod in Mt. 22:37-40 en de Grote Opdracht in Mt. 28:18-20, schrijft Rick Warren: "Dit gebod en deze opdracht vatten samen waar het in dit boek allemaal om gaat - de vijf doelen die God met uw leven heeft: 1) U bent bedoeld om God voldoening te schenken, dus uw doel is God lief te hebben door te aanbidden. 2). U bent gevormd om te dienen, dus uw doel is door middel van een bediening liefde aan anderen te tonen. 3). U bent gemaakt voor een missie, dus uw doel is om Gods boodschap over te brengen door middel van evangelisatie. 4). U bent gevormd om deel uit te maken van Gods gezin, dus uw doel is u te vereenzelvigen met de gemeente door middel van onderlinge gemeenschap. 5). U bent geschapen om op Christus te lijken, dus uw doel is om te groeien in geestelijk volwassenheid door middel van discipelschap". Concluderend zegt Rick Warren: "Wanneer u zich werkelijk toewijdt  aan het Grote Gebod en de Grote Opdracht, dan wordt u een uitmuntend christen."   
 
Dit vormt het geraamte van het boek. Na een inleiding van de eerste zeven hoofdstukken, onder het thema ‘Waarom ben ik in ‘s hemelsnaam  op aarde?', wordt het vervolgens uitgewerkt onder de vijf thema's:
 
‘Doel 1: U bent bedoeld om God voldoening te geven';
‘Doel 2: U bent geschapen om deel uit te maken van Gods gezin';
‘Doel 3: U bent geschapen om op Christus te lijken';
‘Doel 4: U bent geschapen om God te dienen';
‘Doel 5: U bent gemaakt voor een missie'.
 
Voor elke thema staan zeven dagen, afgezien van de laatste: vijf dagen - zo wordt het getal van 40 dagen vol gemaakt.
 
Wanneer een plaatselijke gemeente de campagne van 40 Doelgerichte Dagen wil starten, staan haar hulpmiddelen ter beschikking. Materiaal voor kinder- en jeugdwerk, uitgewerkte preken voor de zondagen tijdens de campagne, werkboekjes en video's of dvd's  om te behandelen in de kringen. Het is allemaal goed en gedegen uitgevoerd en er is ook een uitgebreid draaiboek voorhanden voor de werkgroep, die het organiseert. 
 
Het is inderdaad een bijzondere ervaring om in de gemeente hiermee bezig te zijn. Het geeft een korte periode een sterke focus aan het gemeenteleven. Samen lees je hetzelfde materiaal, het wordt ingeleid in de zondagse samenkomst en er wordt over doorgesproken in de huiskringen. Volwassenen, tieners en kinderen zijn met dezelfde thematiek bezig.Het is niet de bedoeling dat er tijdens de campagne verder nog van alles op het programma staat in het gemeentewerk.  De agenda's worden hiervoor radicaal ‘schoongeveegd'.
 
Hoe beoordelen we dit nu?
Rick Warren is werkelijk een goede communicator. Hij schrijft helder en duidelijk. De hoofdstukken zijn zeer praktisch gericht en regelmatig vind je uitspraken die een schot in de roos zijn. Wie het boek leest komt zeker passages en hoofdstukken tegen, die alleszins de moeite van het lezen en overdenken waard zijn. Vooral voor de praktijk van het christenleven worden er dingen helder en doeltreffend verwoord. 
 
Om maar een paar voorbeelden te noemen: Rick Warren bestrijdt het individualisme en de ik-gerichtheid, die het westerse christendom zo vaak kenmerken. En in de bespreking van het thema aanbidding wijst hij het zoeken naar ervaring in plaats van het zoeken naar God af. ‘Teveel aanbidding is erop gericht  jezelf beter voelen in plaats van het geven van de eer aan God'.
 
Ook denken velen tegenwoordig op individualistische wijze dat ze wel op zichzelf kunnen staan in hun relatie met God. Ze zouden gecorrigeerd worden met het lezen van bijvoorbeeld hoofdstuk zeventien: ‘Een plek om bij te horen'. Rick Warren laat duidelijk zien dat het absoluut niet Gods bedoeling is dat we onze relatie met God enkel privé beleven. Op heldere wijze legt hij goed uit dat de gemeente de context is waarin christenen geestelijk kunnen groeien. Rick Warren is daar heel duidelijk over. Ook veegt hij de vloer aan met de gedachte dat het de hemelse Vader vooral zou gaan om ons comfort hier op aarde. Integendeel, zegt Warren, het gaat om gelijkvormigheid aan Jezus. Zo is er meer te noemen. Als het aankomt op de praktijk van het christenleven, vinden we veel dat helder en kernachtig onder woorden wordt gebracht.
 
Toch is het nodig om kanttekeningen te maken bij het boek Doelgericht Leven.Het grootste probleem is, mijns inziens, wel de wijze waarop Warren de Bijbel hanteert. We lezen in de inleiding (p.11-12): "De beste manier waarop ik u kan uitleggen wat Gods doel met uw leven is, is de Bijbel voor zichzelf te laten spreken. Daarom wordt de Bijbel in dit boek veelvuldig geciteerd, er staan meer dan duizend verschillende bijbelverzen uit verschillende bijbelvertalingen in." Dat klinkt heel goed, maar toch ligt hier het grootste probleem. Inderdaad vinden we meer dan duizend verwijzingen naar bijbelverzen in Doelgericht Leven. En toch gaat de Bijbel nooit werkelijk open.
 
Hoe goed  de bijbelse waarheden soms ook  onder woorden worden gebracht, het komt zelden voort uit een werkelijke uitleg van een bijbelgedeelte. Ik heb het boek twee keer gelezen. Beide keren heb ik de tijd genomen om de schriftplaatsen op te slaan, waarnaar verwezen wordt. Wat dan opvalt is dat Rick Warren voortdurend bijbelteksten aanhaalt, los van het verband waarin ze staan. Maar Gods Woord is geen citatenboek of grabbelton. Geen verzameling van losse teksten, die onafhankelijk van hun context gebruikt kunnen worden. Wie zo de Bijbel wil toepassen, gaat onherroepelijk verkeerd uitkomen. Dan wordt zomaar overgeplaatst op ons en op onze situatie, wat niet altijd voor ons geldt of direct van toepassing is.
 
Maar er is meer aan de hand dan alleen dit willekeurig aanhalen van teksten -  als was de Bijbel een citatenboek. Nog opvallender en ook verontrustender is dat de principes, waar Warren over spreekt, niet opkomen vanuit een zorgvuldige uitleg van een bepaalde bijbelpassage.
 
Je komt nauwelijks tegen dat het van de uitleg van een bijbelgedeelte gaat naar de toepassing in de actualiteit. Maar dat is wel de gebruikelijke wijze van verantwoord omgaan met de Schrift! Bij Warren echter is het proces voortdurend andersom...
 
Bijbelteksten worden geciteerd die overeenstemmen met het model van de vijf doelen dat hij ontwikkeld heeft. Ze worden aangehaald wanneer ze steun lijken te geven voor de principes die hij wil onderstrepen, maar staan niet aan de basis van zijn onderwijs.
 
In dit verband moet ook gewezen worden op het opvallend veelvuldige gebruik van  parafrases en allerlei bijbelvertalingen. In Appendix 3 ‘Gebruikte bijbelvertalingen' verdedigt Rick Warren waarom hij zo'n vijftien verschillende vertalingen en parafrases heeft gebruikt.
 
Ten eerste, omdat elke vertaling, hoe accuraat ook, zijn beperkingen kent. Maar de belangrijkste reden is de volgende (ik citeer, p.337): "Ik heb daarom bewust gebruikgemaakt van parafraseringen om u als lezer te helpen Gods waarheid op een nieuwe, verfrissende manier te begrijpen." De Nederlandse uitgever van dit boek heeft vooral teruggegrepen op ‘Het Boek' en de ‘Groot Nieuws Bijbel', maar de uitgever heeft ook geregeld de Nederlandse vertaling gegeven van de Engelstalige parafrase, vooral van ‘The Message'.Het resultaat van het gebruik van de verschillende bijbelvertalingen - en vooral parafrases - is niet positief. Betekenissen die in een parafrase naar voren komen en het onderwijs van Rick Warren vanuit de Bijbel lijken te bevestigen,doen dat zeer regelmatig in werkelijkheid helemaal niet. Soms met verontrustende gevolgen.
 
Twee voorbeelden. Op pagina 18 citeert hij Mt.16:25 in de parafrase van The Message - die als volgt vertaald is in het Nederlands: "De Bijbel zegt: zelfhulp leidt tot niets, maar door zelfopoffering kunt u uw ik, uw ware ik ontdekken." 
 
Maar het is toch onmogelijk om uit de werkelijke woorden van Jezus af te leiden dat het hier zou gaan om de zoektocht naar onze eigen identiteit, de zoektocht naar het eigen ik?
 
De Heer spreekt hier over het vinden van het leven, dat Hij alleen ons schenken kan (Mt. 16:25:  "Want ieder, die zijn leven zal willen behouden, die zal het verliezen; maar ieder die zijn leven verloren heeft om Mijnentwil die zal het vinden" (NBG-vertaling).
 
Op pagina 89 (Dag 11: ‘Gods beste vriend worden') zegt Rick Warren: "Dat God wil dat ik een goede vriend van Hem ben, is moeilijk te begrijpen, maar de Bijbel zegt dat God zelf heel veel waarde hecht aan onze relatie met Hem."
 
Hij verwijst dan naar Exodus 34:14. De ‘New Living Translation' sluit blijkbaar goed aan op wat Rick Warren hier zegt. Maar in de veel nauwkeuriger vertalingen van het NBG of NBV lezen we iets geheel anders: ‘Want gij zult u niet neerbuigen voor een andere god, immers de HERE, wiens naam Naijverige is, is een naijverig God." / "De Heer, de Afgunstige, duldt immers geen andere goden naast zich" (NBG/NBV).
 
Waar zijn de ernst en de waarschuwing gebleven, de hoogheid en de heiligheid van God, die in dit vers naar voren worden gebracht? Rick Warren heeft het gereduceerd tot ‘dat God zelf heel veel waarde hecht aan onze relatie met Hem'. Maar dat staat er toch niet? Je kunt dat niet beweren op basis van Exodus 34:14 zonder heel veel weg te laten.
 
Iedereen, die de moeite neemt om de NBG- of NBV-vertaling open te slaan naast de gebruikte parafrases in Doelgericht Leven, zal zien dat wat aangevoerd wordt als bijbelse onderbouwing, dit in werkelijkheid regelmatig niet is.
 
Dit gevoegd bij het al eerder genoemde ontbreken van iedere uitleg van de aangehaalde schriftgedeelten én het voortdurend citeren van teksten, los van het verband waarin ze staan, resulteert in een verontrustend slordige wijze van omgaan met Gods heilig Woord.
 
doelgericht leven Er is geen vraag die mij meer bezighoudt dan deze: hoe is het toch mogelijk dat de evangelische beweging in ons land zó openstaat voor Doelgericht Leven en het 40 Doelgericht Dagen-project, terwijl in dit boek en bijgevoegde materialen (bijvoorbeeld de preekschetsen) het bijbelgebruik zo overduidelijk slordig en onder de maat is?  Waarom zijn we er zo enthousiast over en weigeren we deze zwakheid in Warrens aanpak zelfs maar te noémen? De keren dat ik dit ter sprake bracht bij collega's, kreeg ik steeds als antwoord: ‘je hebt misschien gelijk, maar het werkt wel...' En dan werd er gewezen op de groei van het aantal bezoekers in de samenkomsten en op de kringen en op de zegen die uitgaat van het meedoen aan de ‘Veertig Dagen'. Blijkbaar is succes de maatstaf geworden. De waarheid legt het af tegen resultaat. Dit slordig omgaan met de Bijbel deert ons evangelischen blijkbaar nauwelijks.
 
Wanneer ik terugkijk naar de vorige eeuw, naar de generaties evangelische christenen die ons zijn voorgegaan, dan zeg ik waarschijnlijk niet teveel wanneer ik hun strijd met de moderne cultuur typeer als, met name, een strijd om aan de Bijbel vast te houden als het  geïnspireerde Woord van God. Daarom als betrouwbaar en onfeilbaar in wat zij leert en zo dus ook gezaghebbend voor leer en leven van Christus' gemeente in elke tijd en cultuur.
 
Wat we nu zien gebeuren is dat de huidige generatie evangelische christenen zich daarvan niet zozeer gedistantieerd heeft (ik hoor nauwelijks een discussie onder ons over de aard van het schriftgezag), maar dat men het onderwerp feitelijk genegeerd heeft.
 
In theorie is de Bijbel van Genesis tot Openbaring voor de meeste evangelischen nog steeds ten volle Gods Woord, maar in de praktijk lijkt het nauwelijks meer van belang te zijn dat de Bijbel tot haar volle recht komt. De aard van de prediking is aan het veranderen. We kunnen nog maar moeilijk het geduld en de concentratie vragen en opbrengen voor prediking, die rustig vanuit een gedegen Schriftverklaring  toewerkt naar de toepassing op het leven. Wat nu in zwang raakt is de thematische aanpak, sterk gericht op het behandelen van de vele pastorale en praktische problemen die we zoal tegenkomen. Het probleem hiermee is dat wíj de agenda stellen. Alleen bij geregelde schriftverklarende én -toepassende prediking stelt God de agenda: zíjn vragen aan ons, zijn antwoorden voor ons.
 
We geloven in theorie nog wel dat de Bijbel Gods woord is, maar we waarderen het niet als een spreker vijf of tien minuten langer aan het woord is dan de afgesproken twintig  of vijfentwintig minuten. Neen, want de andere prioriteiten zoals zang, dans, drama en getuigenissen mogen niet in het gedrang komen.
 
Ik bespeur in de grote populariteit van Doelgericht Leven en Doelgerichte Gemeente de weerspiegeling van deze tendens in de evangelische beweging: we vertrouwen niet meer dat Gods Woord, getrouw en zorgvuldig uitgelegd en toegepast, werkelijk voldoende is voor evangelisatie en gemeenteopbouw in deze tijd.
 
We zijn sterk afhankelijk geworden van technieken en methodieken, die hun wijsheid halen uit management, marketing en psychotherapeutische modellen. Dr. H.A. Bakker heeft in dit verband in een recent interview in het EO blad de Visie zijn zorg uitgesproken. Bakker signaleert een ‘ont-woord-ing' van het Evangelie. We dreigen in de zondagse samenkomst ‘de luisterhouding' kwijt te raken.  Ik sluit me bij deze verontrustende constatering aan.
 
De manier van omgaan met de Bijbel die we in Doelgericht Leven tegenkomen heeft mijns inziens een drieledig effect. Dat moet ons niet verbazen. De consequenties kunnen immers niet uitblijven als het onderwijs niet zorgvuldig wortelt in Gods Woord. Ten eerste: de uitleg van het evangelie is veel te kort en te vaag en moedigt aan dat er premature, voortijdige beslissingen worden genomen.
 
Rick Warren schrijft Doelgericht Leven voor christenen, maar zeker niet alleen voor hen die dat al zijn op het moment dat ze het boek ter hand nemen. Zeker in de eerste zeven hoofdstukken van het boek (onder het thema: ‘Waarvoor ben ik 's hemelsnaam op aarde?')  worden ook diegenen aangesproken, die zich nog geen christen noemen.
 
In het zevende hoofdstuk wordt toegewerkt naar een beslissing om Jezus aan te nemen. Ik citeer (p.60-61): "Echt leven begint ermee dat u uzelf volledig overgeeft en toewijdt aan Jezus Christus. Als u niet zeker weet of u dat gedaan hebt, dan hoeft u alleen maar te aanvaarden en te geloven. In de Bijbel staat de volgende belofte: ‘Aan wie Hem aanvaardden en in Hem geloofden, heeft Hij het recht gegeven kinderen van God te worden.' Neemt u Gods gebod aan?"
Maar de vraag die bij mij opkomt is: wát aanvaarden, wáárom aanvaarden? Over wélk aanbod hebben we het eigenlijk? Rick Warren vervolgt: "In de eerste plaats: geloven. Geloof dat God van u houdt en dat Hij u voor zijn doel heeft gemaakt. Geloof dat u hier niet toevallig bent. Geloof dat u bent gemaakt om voor altijd te bestaan. Geloof dat God u heeft uitgekozen om een relatie met Jezus te hebben, die aan het kruis voor u is gestorven. Geloof dat God u wil vergeven, wát u ook hebt gedaan. In de tweede plaats: aanvaarden. Neem Jezus is in uw leven aan als uw Heer en Verlosser. Ontvang zijn vergeving voor uw zonden. Ontvang zijn Geest die u de kracht zal geven om uw levensdoel te vervullen. De Bijbel zegt dat wie de Zoon aanvaardt en op hem vertrouwt, een compleet en eeuwig leven ontvangt."  Ik vraag me werkelijk af of hiermee het evangelie van Christus  voldoende is verkondigd? "U hoeft alleen maar te aanvaarden en te geloven... Neemt u Gods aanbod aan?" Maar is het genoeg om te geloven dat God van ons houdt en dat Hij ons voor zijn doel heeft gemaakt? Is het genoeg om te geloven dat we hier niet toevallig zijn, maar dat we gemaakt zijn om voor eeuwig te bestaan? Natuurlijk, deze feiten zijn zéker belangrijk. Maar dit alles voor waar houden, is toch niet hetzelfde als het geloof waardoor iemand behouden wordt? Warren spreekt niet over het van nature ‘geestelijk dood' zijn. Geen woord over het staan onder Gods rechtvaardige oordeel, vanwege onze zondeschuld. Wát is onze zonde tegenover God, die God ons wil vergeven? Hebben we het dan alleen over de verkeerde dingen, die ons op dat moment te binnen schieten? Dat ik 68 km/u reed, waar de maximum snelheid 50 km/u was? Dat ik in een stressvol moment er woorden uitflapte, die ik beter niet had kunnen gebruiken? Hebben we alleen maar vergeving nodig voor die zonden waar we ons van bewust zijn? Of is ons probleem veel fundamenteler, veel ernstiger? 
 
In dit verband mogen we denken aan het woord van Anselmus: ‘je hebt het gewicht van de zonde nog niet genoeg overwogen'. En wat wordt er precies gezegd over het kruis, waaraan onze Heer leed en stierf. Wat de reden was dat Christus daar móest sterven?
 
Het is niet zo dat Warren het kruis niet noemt. Het is vooral een toonbeeld van de liefde van Christus voor ons. Dit is waar, maar het is niet volledig. Want waar horen we bij Warren iets over die wonderlijke uitruil op Golgotha die ons tot eeuwig behoud is: dat Jezus daar onze schuld op zich nam, Gods toorn in onze plaats droeg en dat ons zijn volmaakte rechtvaardigheid wordt toegerekend?
 
Wat betekent het, trouwens, om Jezus aan te nemen als Heer en Verlosser in ons leven wanneer we niet horen wat die termen betekenen? Waarom wordt enkel en alleen gesproken over geloven en aanvaarden? Waar blijft de oproep tot bekering? Misschien heb ik er tweemaal overheen gelezen (dat sluit ik niet uit), maar het is dan in ieder geval niet prominent aanwezig.
 
Rick Warren vervolgt: "Waar u zich ook bevindt terwijl u dit leest, ik wil u vragen uw hoofd te buigen en zachtjes het gebed te bidden dat u voor eeuwig zal veranderen: ‘Jezus, ik geloof in U en ik neem U aan.' Doe het nu. Als u dit gebed oprecht hebt gebeden, dan feliciteer ik u! Welkom in het gezin van God! U bent nu klaar om te ontdekken wat Gods doelen van uw leven zijn en om die doelen te gaan leven."
 
Is dit waar? Als iemand stap voor stap de instructies van Rick Warren opvolgt en zegt ‘Jezus, ik geloof in U en ik neem U aan' - heeft die persoon dan het gebed gebeden dat hem /haar voor eeuwig verandert? Misschien, maar misschien ook niet.
 
Het is, lijkt mij, daarmee niet automatisch zeker dat Gods Geest in het hart een overtuiging gewekt heeft van zonde en schuld tegenover God. En dat er sprake is van een ware honger en dorst naar de juiste verhouding met God, uitsluitend door het verzoenend sterven van Christus. Wat gelooft iemand als hij of zij uitspreekt: ‘Jezus, ik geloof in U' en wat neemt iemand aan, als hij of zij uitspreekt: ‘ik neem U aan'?
 
Ik zou werkelijk niet willen beweren, dat iemand niet tot waarachtig geloof zou kunnen komen door het lezen van deze eerste zeven hoofdstukken. In voorbereide grond zou het als een zaad kunnen vallen en ontkiemen en vruchtdragen ten eeuwig leven. Maar ik zou ook niet willen beweren dat iedereen met recht en reden verwelkomd mag worden als waarachtig kind van God, louter en alleen omdat hij/zij gebeden heeft ‘Jezus ik geloof in U en ik neem U aan'. We hebben dan nog niet de garantie dat dit voortkomt uit een werkelijke overtuiging ten aanzien van het Evangelie, door Gods Geest bewerkt in het menselijk hart.
 
Wat Rick Warren hier doet sluit naadloos aan bij de praktijk die al langere tijd gaande is in de evangelische beweging. We maken regelmatig het tot geloof en bekering komen zo laagdrempelig en gemakkelijk, dat we het woord van Jezus nog maar lastig kunnen plaatsen: ‘Strijdt om in te gaan door de enge poort' (Lucas 13:24). Het evangelie kost niets en vraagt nauwelijks iets. Er zijn haast alleen voordelen en je hoeft er niks voor te laten.
 
Moet je eigenlijk nog wel je leven in deze wereld verliezen, ook al zegt Jezus dat herhaaldelijk? Wekt onze evangeliepresentatie wel het verlangen om te lijken op die persoon, die een kostbare schat in een akker ontdekt en bereid is om alles wat hij heeft te verkopen - om maar die akker met zijn schat te kunnen kopen?
 
Plukken we niet reeds de wrange vruchten? Teveel, veel te veel, van hen die eens met jubelende felicitaties zijn binnengehaald, haken binnen afzienbare tijd weer af en verdwijnen uit ons gezichtsveld. Zou Rick Warren zorgvuldiger de Bijbel uitleggen dan zou hij een duidelijker uitleg van het Evangelie hebben gegeven en een eerlijker uitleg van de consequenties van het christen zijn. 
 
Dan zou hij naar voren hebben gebracht dat wedergeboorte blijkt uit de vruchten van de levenswandel, niet alleen maar uit de belijdenis van de mond. In dit verband wil ik graag Richard Niebuhr citeren. Hij heeft de leegheid van de liberale theologie van zijn dagen eens met de volgende omschrijving getypeerd: "Een God zonder toorn, brengt mensen zonder zonde, in een Koninkrijk zonder oordeel door het werk van een Christus  zonder kruis." Hoewel dit gezegd werd om het liberalisme van de eerste helft van de vorige eeuw te typeren, dreigt het, eerlijk gezegd, gevaarlijk kenmerkend  te worden voor veel evangelieverkondiging vandaag de dag - en ook voor Doelgericht Leven.
 
Het is veel te vaag om alleen maar te zeggen: God houdt van je en heeft een plan met je leven. Je hoeft alleen maar Jezus te geloven en te aanvaarden. Niet uit intellectuele trots, maar uit mensgerichtheid hebben we zo het evangelie gemaakt tot wat het in werkelijkheid niet is.                       
 
Het tweede effect van Rick Warrens oppervlakkige bijbelgebruik is de grote versimpeling van bijbelse waarheden. Laat ik met drie voorbeelden duidelijk maken wat ik bedoel.
 
Het vijfde doel in het concept van Warren is: ‘U bent gemaakt voor een missie.' Wat is onze taak in de wereld? Bij Rick Warren komt dat in hoofdzaak neer op het zoveel mogelijk delen van je levensgetuigenis met mensen die Christus nog niet kennen. Maar als dát de hoofdzaak is van ons leven van maandagmorgen tot zaterdagavond, dan hebben we toch een flink probleem. Moeten we dan niet gefrustreerd rondlopen, wanneer we in de afgelopen week ons getuigenis niet konden delen? En wat heeft het werk dat we doen dan eigenlijk voor waarde? Is niet veeleer het bijbelse perspectief dat we God eren door het hele leven dat we mogen leiden? In al onze verantwoordelijkheden en verbanden: thuis in het gezin, in het werk, in onze ontspanning en in al onze relaties in de gemeente? Maar wanneer we onze opdracht in de wereld gaan versmallen tot het vinden van ‘nog één iemand voor Jezus' en tot het meegaan in de zomervakantie met een korte termijn zendingsproject in de Derde Wereld, dan zitten we opgescheept met een flinke blikvernauwing. Dan hebben we het moeilijk om de waarde aan te geven van ons leven en werken buiten de gemeentelijke activiteiten om,  buiten het delen van ons getuigenis om. Dat is een versimpeling van onze bijbelse roeping in het leven, die Gods kinderen geen goed doet.
 
Een tweede voorbeeld is hoe door Warren over Gods voorzienige leiding in deze wereld wordt gesproken. Dat komt vooral naar voren in de eerste veertien hoofdstukken van het boek onder het thema ‘U bent bedoeld om God voldoening te geven' (hoofdstuk 8-14) en onder het thema ‘Waarvoor ben ik in hemelsnaam op aarde?'  (hoofdstuk 1-7).
 
In een poging zijn lezers ervan te doordringen dat ze niet toevallig geboren zijn, niet toevallig bestaan, maar dat het alles paste in Gods plan, dat God mensen op het oog heeft en dat God ons uniek gemaakt heeft , voor zijn doel, en dat we voor hem van enorm veel betekenis en waarde zijn, komt Warren tot uitspraken als de volgende. Ik citeer uit hoofdstuk twee, pag. 22-23, met de titel ‘U bent hier niet toevallig' : "Uw geboorte was geen vergissing of een ongelukje, en uw leven is geen gril van de natuur. Het kan zijn dat uw ouders niet op u hadden gerekend, maar God heeft wél op u gerekend. Uw geboorte heeft Hem absoluut niet verrast. Hij verwáchtte die geboorte zelfs, lang voordat u door uw ouders werd verwekt, had God u al bedacht. Hij is de eerste die over u heeft nagedacht (.....) U leeft omdat God u wilde scheppen!  (.....) Uw lichaam is door God tot in het kleinste detail uitgedacht. God heeft doelbewust gekozen voor uw ras, de kleur van uw huid, uw haar en al uw andere kenmerken. Hij heeft uw lichaam op maat gemaakt, precies zoals Hij het wilde. Ook heeft Hij bepaald welke aangeboren talenten u zou bezitten en Hij heeft u uw unieke persoonlijkheid gegeven (....) God doet nooit iets per ongeluk en Hij maakt nooit fouten. Hij heeft een reden voor alles wat Hij maakt". Rick warren gaat door op dit thema in de hoofdstukken die volgen en zegt dan bijvoorbeeld op pag. 64 : "Op het moment dat u ter wereld kwam, was God aanwezig als onzichtbare getuige. Hij glimlachte om uw geboorte. Hij wilde dat u zou leven, en uw komst deed Hem heel veel genoegen. God hoefde u niet te scheppen, maar Hij kóós ervoor om dat te doen zodat Hij van u kon genieten." 
 
Ik meen dat ik met deze twee citaten wel recht doe aan de kleur waarmee Rick Warren in deze hoofdstukken schildert. Ik wil niet beweren dat Rick Warren zozeer verkeerde dingen naar voren brengt, maar ik mis op den duur toch wel heel wat. Het is inderdaad flauw om iemand te bekritiseren op wat hij níet heeft gezegd. Die kritiek is haast altijd raak. Maar omdat het in de eerste veertien hoofdstukken van dit boek een telkens terugkerend thema is, draait het uiteindelijk uit op een grote versimpeling van de werkelijkheid. Want uiteindelijk zegt Rick Warren te weinig over de gebrokenheid van het bestaan. Is ons lichaam werkelijk precies op maat gemaakt, precies zoals God het wilde? Daar geloof ik niks van. Daarvoor is de zondeval, die het leven hier op aarde in alle facetten heeft aangetast te zeer een verschrikkelijke realiteit. Met de schepping die in barensnood is zuchten Gods kinderen mee. En zij zien uit naar de verlossing van hun lichaam (Rom.8:22,23).
 
God doet inderdaad nooit iets per ongeluk en inderdaad maakt Hij nooit fouten. Maar de Bijbel laat ook zien dat het kwaad in deze wereld een levensgrote realiteit is. Toch niet iedereen die dit boek ter hand neemt, deze  hoofdstukken leest en terugkijkt op zijn of haar leven zal zeggen: ‘ hoe fantastisch is het allemaal gegaan tot nu toe!'  Gods voorzienig leiden van ons leven is toch dikwijls meer een waarheid, die we op grond van Gods Woord mogen gelóven, dan een werkelijkheid, die we proefondervindelijk kunnen vaststellen? We geloven het - maar we zien het niet altijd! Rick Warren schetst hier een veel te rooskleurig beeld. We zoeken in Doelgericht Leven tevergeefs naar iets over de zondeval en de verschrikkelijke gevolgen daarvan. We vinden bij Warren praktisch niets over de gebrokenheid van de schepping, over het intens gemene wat mensen elkaar kunnen aandoen, dat soms zulke diepe voren trekt in het hart. Deze al te rooskleurige voorstelling van zaken geeft te weinig houvast in diep verdriet en pijn. Glimlachte de Here God inderdaad bij onze geboorte? Deed onze komst Hem veel genoegen? Hoe zou dat dan zitten met de rest van de mensheid ? Wat doet God dan bij de duizenden abortussen die worden uitgevoerd? En gold dat ook voor de slachtoffers van de tsunami of van de aardbeving in Pakistan? Glimlacht God bij elke geboorte, van iedereen? Ook bij de geboorte van Hitler,van Stalin,van een kindermoordenaar? Dit schept nogal een verwrongen beeld - een glimlachende God bij iedere geboorte. Laten we niet teveel willen zeggen en uitgaan boven de Schrift. De versimpeling die Warren toepast geeft problemen. En die versimpeling komt voort uit het gebrek aan werkelijke bijbeluitleg. Warren brengt Gods bemoeienis met deze wereld  terug tot een allerindividueelst niveau, tot de persoon die het boek Doelgericht Leven ter hand heeft genomen. De wereld treedt terug, de mensheid treedt terug  - het gaat over mij - ik en God, God en ik.
 
Een derde voorbeeld. Ook Rick Warrens beeld van God wordt te menselijk ingevuld. Een citaat op pag. 65: "We vergeten vaak dat ook God emoties heeft. Hij heeft heel diepe gevoelens over dingen. In de Bijbel staat dat God verdriet heeft, dat Hij jaloers en kwaad is, dat Hij bewogenheid, medelijden en genegenheid voelt en ook geluk, blijdschap en voldoening. God heeft lief, Hij is verrukt over dingen, Hij geniet, Hij verheugt zich en lacht zelfs !" In de voetnoot bij dit citaat vinden we verwijzingen naar maar liefst vijftien schriftplaatsen! In zeker opzicht is het waar wat hier wordt beweerd. De Bijbel spreekt inderdaad in menselijke taal over de emoties van God - emoties die een breed scala bestrijken. Maar in een ander opzicht gaat Warren  hier de mist in, ondanks vijftien aangehaalde bijbelteksten! Want nergens bedoelt de Schrift te zeggen dat wij, vertrekkende vanuit onze menselijke emoties, precies kunnen peilen en begrijpen hoe Gods emoties zijn. Het bijbels spreken over Gods emoties is gekwalificeerd. Er loopt geen rechte lijn van ónze emoties naar Gods emoties. Alsof wij, vertrekkend vanuit ons gevoelens - en die honderdvoudig extrapolerend -aankomen bij Gods emoties. Zoals Rick Warren het hier neerzet, is het eerlijk gezegd meer van toepassing op de Griekse oppergod Zeus (of zijn Romeinse tegenhanger Jupiter) dan op de levende God van de Bijbel. De Griekse en Romeinse goden waren namelijk net als mensen, alleen onsterfelijk en machtig.
 
Het derde effect van zijn manier van omgaan met de Bijbel is dat het moralisme in de hand werkt. Ten aanzien van het geestelijk leven van een christen en ten aanzien van de groei in de relatie met God. Ik denk dan met name aan het  gegeven dat de nadruk in Doelgericht Leven vooral ligt  op het ontdekken, begrijpen, omarmen en in de praktijk brengen van de vijf doelen die Warren uit de Bijbel gedestilleerd heeft. Opnieuw, hij zegt relevante dingen en soms is het zelfs voortreffelijk.
 
Toch is het voor mij de vraag of het op langere termijn voldoende houvast geeft. Het gevaar van moralisme (activisme) ligt echt op de loer. Zullen we werkelijk groeien naar geestelijke volwassenheid door het najagen van deze vijf doelen? Rick Warren beweert van wel: "Wanneer u zich werkelijk toewijdt aan het Grote Gebod en de Grote Opdracht, dan wordt u een uitmuntend christen." (Hoofdstuk 39. pag.315). Maar merkwaardig genoeg zegt Rick Warren heel weinig over de werking en de invloed van de Heilige Geest in ons leven. Natuurlijk noemt hij het, maar waar legt hij het uit? Maar hoe kunnen we hopen op echte vooruitgang in ons christenleven zonder de voortdurende genadige bijstand en inwerking van Gods Geest? Kunnen we het formidabele gevecht tegen de inwonende zonde, de wereld en de boze winnen door vooral een helder zicht op Gods bedoeling voor ons leven? Ons probleem is juist dat we al te vaak veel meer wéten dan dat we in praktijk brengen...
 
We hebben niet alleen Gods gebod nodig, dat ons wijst op wat nodig is maar ook de verkondiging van genade van God in Christus. Rick Warren zegt nauwelijks iets over Romeinen hoofdstuk zeven, over de onmacht die we bij ons zelf tegenkomen om Gods wil werkelijk en voortdurend te doen. Maar ook horen we weinig over Romeinen zes en acht; belangrijke hoofdstukken waarin Paulus ons hoop biedt om werkelijk voor God te kunnen leven.
 
Zeker, we worden bij Rick Warren uitgedaagd om verantwoordelijk te zijn, actief betrokken bij onze wandel voor God. En terecht! Maar het is  incompleet en frustrerend als we niet tegelijkertijd de nadruk horen, die doorklinkt in bijvoorbeeld 1 Korinte 1:30-31: "Maar uit Hem is het, dat gij in Christus Jezus zijt, die ons van God  geworden is: wijsheid, rechtvaardigheid, heiliging en verlossing, opdat het zij gelijk geschreven staat: wie roemt, roem in de Here".
 
Wie Gods gebod voor ons leven, zijn wil voor ons, niet gepaard laat gaan met een even duidelijke nadruk op Gods genadige voorziening voor ons in Christus, kweekt wel visie en hooggestemde wilsbesluiten, maar ook, op de langere termijn, teleurstelling, falen en  schuldgevoel. Hier is de balans van Augustinus, leerling van de apostel Paulus, meesterlijk: ‘Here, geef wat Gij vraagt; en vraag dan wat Gij hebt gegeven'.
 
Laat ik eindigen met twee slotopmerkingen. Ten eerste, ik zie de theologische zwakheid van de huidige evangelische beweging weerspiegeld in het boek Doelgericht Leven. Misschien dat het daarom zo populair is, omdat het zo naadloos aansluit bij onze scheefgroei. Hoewel op onderdelen sterk in praktische toepassing, op het aanspreken van christenen op hun verantwoordelijkheid, is het zeer zwak in bijbelgebruik en bijbeluitleg. En dús in de bijbelse onderbouwing van het geboden onderwijs. Daarom is de evangelieverkondiging oppervlakkig en incompleet. Daarom is er een gevaarlijke versimpeling en versmalling van bijbelse waarheden. Daarom is het te moralistisch, te activistisch ten aanzien van het geestelijk leven. Daarom ook kan de verwachting, die Warren aan het begin van dit boek schept, niet worden waargemaakt. Uit de inleiding citeer ik (pag.9): ‘Dit is méér dan een boek; dit is een gids die u tijdens een geestelijke reis van veertig dagen in staat zal stellen het antwoord op de belangrijkste levensvraag te ontdekken. Die vraag luidt: ‘Waarom ben ik in 's hemelsnaam op aarde?' Aan het eind van deze reis zult u weten wat Gods doel met uw leven is en zult u het grotere plaatje kennen - u zult begrijpen hoe alle stukjes uit uw leven in elkaar passen. Dankzij dat perspectief zult u minder spanning ervaren, zult u gemakkelijker beslissingen kunnen nemen, zult u meer voldoening ervaren en - het belangrijkste van alles - zult u zich kunnen voorbereiden op de eeuwigheid. " Deze pretentie kan niet worden waargemaakt. Als we de 350 pagina's van Doelgericht Leven intensief hebben doorgeploegd in 40 dagen - zullen we dan begrijpen hoe alle stukjes uit ons leven in elkaar passen? Die kennis is enkel en alleen bij onze hemelse Vader aanwezig. Eens, in de eeuwige heerlijkheid thuisgekomen, zullen we meer weten dan we nu weten. Als ik lees over 'minder spanning ervaren, beter beslissingen kunnen nemen, meer voldoening vinden' na dit 40 daagse project, doet dit mij eerder denken aan een gelikte reclamecampagne van één of ander instituut tot zelfverbetering dan aan de bijbelse beloften. Is dit werkelijk wat de Schrift ons belooft? Tijdens de eerste zendingsreis onderwezen Paulus en Barnabas de jonge christenen en nazorgles nummer een was "dat wij door vele verdrukkingen het koninkrijk Gods moeten binnen gaan " (Handelingen 14:22).
 
Rick Warren schrijft op pag.12 ook het volgende: "Tijdens het schrijven van dit boek heb ik er vaak voor gebeden dat u het fantastische gevoel van hoop, energie en blijdschap zult ervaren dat ontstaat wanneer iemand ontdekt met welk doel God hem of haar op de aarde heeft geplaatst...Ik vind het geweldig om te bedenken welke fantastische dingen u allemaal zullen overkomen." Dan kan ik toch niet nalaten te wijzen op de galerij van geloofshelden, die de schrijver van de Hebreeënbrief  ons in herinnering roept -van wie we toch mogen aannemen dat ze Gods doel met hun leven nastreefden. Van sommigen van hen zegt de schrijver in hoofdstuk 11:36-38: "Anderen weder hebben hoon en geselslagen verduurd, daarenboven nog boeien en gevangenschap. Zij zijn gestenigd, op zware proef gesteld, doormidden gezaagd, met het zwaard vermoord; zij hebben rondgezworven in schapenvachten en geitenvellen, onder ontbering, verdrukking en mishandeling - de wereld was hunner niet waardig - zij hebben rondgedoold door woestijnen, en gebergten, in spelonken en de holen der aarde."  Zouden deze geloofshelden onder deze ervaringen hebben willen spreken van een ‘fantastisch gevoel van hoop, energie en blijdschap'? Fantastische dingen zijn hun in ieder geval niet overkomen! Omdat Rick Warren een serieuze studie van de Bijbel verwaarloost, zegt hij weinig over het kruis dragen om Christus wil, over lijden en strijden nu en heerlijkheid hierna, over het wandelen in geloof en niet in aanschouwen. We zijn echt nog niet aangeland in het paradijs!
 
Je kunt niet zo vooruit grijpen, zoveel voor het nu claimen. We zullen eens met Christus delen in zijn heerlijkheid in de eeuwigheid - maar nu zullen we met Hem delen in lijden en strijden en kruis dragen (bijv. Rom.8:16, 17).
 
Ik wil eindigen met een notie van hoop en verwachting. De populariteit van Doelgericht Leven legt mogelijk ook iets anders bloot. Ik wil hierin bespeuren een waarachtige honger en dorst onder Gods kinderen, een verlangen om werkelijk gevoed en toegerust te worden voor een leven met God in deze wereld. In de verwarrende hectiek van het dagelijkse bestaan, in de aanslag die het moderne leven op ons allen doet, zijn veel mensen blijkbaar bereid om voorrang te geven aan het meest wezenlijke, het meest belangrijke. Blijkbaar kunnen de agenda's inderdaad worden schoongeveegd om geconcentreerd de aandacht richten op geestelijk leven op groeien in de relatie met God. Mochten we als evangelische christenen toch doorkrijgen dat we elkaar niet hongerig  hoeven aan te kijken rond een eettafel met weinig geestelijk voedsel! Laten we met elkaar naar de kelder wandelen en daar voedsel in overvloed aantreffen om samen te gebruiken. Er is toch immers  zoveel goeds op de markt dat ons echt voorthelpen kan? En willen we het graag vanuit de Angelsaksische wereld importeren? Laten we dan de boeken van mensen als Jim Packer, John Piper, Jerry Bridges en Martyn Lloyd-Jones ter hand nemen! Laten we desnoods 30, 40, 50 dagen projecten organiseren rond hun boeken (of halve of hele seizoenen). Het zou ons zo goed doen! Want we zouden Gods Woord uitgelegd en toegepast vinden, tot nut van ons allen. God geve dat de ijver en het organisatietalent, die we blijkbaar aan de dag kunnen leggen, en de honger en dorst naar waarachtige geestelijke groei opnieuw aangewend kunnen worden. Wat een zegen zouden we dan tegemoet mogen zien. 

© 2005 George Whitefield Stichting.